Het gebod van de liefde is een vierde fundamentele, morele maatstaf die God aanlegt in zijn inschatting van de mens. Zoals we zagen, liefde voor onze broeders brengt leven voort. In vers 18 van 1 Johannes 3 maakt Johannes het nog iets concreter:
Kinderkens, laten wij liefhebben niet met het woord of met de tong, maar met de daad en in waarheid.
Hier vinden we twee paren tegenpolen - aan ��n kant oppervlakkige en onechte liefde die alleen maar bestaat in woorden, en aan de andere kant de liefde die bestaat uit daden en in waarheid. Opnieuw zien we: er is geen tussenweg. Of we zeggen dat we liefhebben en we tonen dat in onze daden, of we zeggen dat we liefhebben maar ontkennen dat met onze daden. In het laatste geval zijn we onoprecht en hypocriet.
Maar als Gods morele maatstaf van liefde de basis is van ons denken, dan wordt die liefde van God zichtbaar door onze daden. Door met God te wandelen en gemeenschap met Hem te hebben, groeit zijn liefde in ons naar volmaaktheid en even verderop, in 1 Johannes 4: 17-18, vinden we het prachtige resultaat daarvan:
Hierin is de liefde bij ons volmaakt geworden, dat wij vrijmoedigheid hebben op de dag des oordeels, want gelijk Hij is, zijn ook wij in deze wereld. Er is in de liefde geen vrees, maar de volmaakte liefde drijft de vrees uit...
Miljoenen mensen in de wereld om ons heen leven in allerlei soorten van angst. Angst om alleen te staan, angst voor beproevingen als verlies, ziekte en dood, angst voor het oordeel van God...etc. Maar God is voortdurend bezig ons denken en onze blik te vernieuwen en werkt in ons zijn volmaakte liefde uit, die alle angst verdrijft en leven brengt in een stervende wereld.
|