Vandaag gaan we ons wat meer verdiepen in de ingrediënten van het
'
met Hem verbonden in zijn opstanding' (vers 5). Hem volgen in zijn dood en begrafenis brengt ons het opstandingsleven binnen; wij delen het leven met Hem. De praktische, opeenvolgende gevolgen van onze identificatie met Jezus in zijn dood, begrafenis en opstanding zijn als volgt:
1.
Het lichaam van de zonde is tenietgedaan
(vers 6). De verdorven, slechte natuur die ons gebonden hield en ervoor zorgde dat wij verkeerde dingen deden, zelfs terwijl we verlangden om het goede te doen, is krachteloos geworden. Die oude natuur is ter dood gebracht.
2.
Hierdoor zijn we niet langer slaven van de zonde (vers 6). De zonde dwingt ons niet langer om dingen te doen die pijn doen, of die verwoestende, rampzalige gevolgen hebben voor ons leven, onze omgeving of de wereld om ons heen.
3.
Vervolgens worden we bevrijd van de zonde (vers 7). We zijn letterlijk gerechtvaardigd, vrijgesproken. Jezus betaalde de ultieme prijs voor onze zonde; er hoeft niets meer bijbetaald te worden. Vrijgemaakt van de macht en de schuld van de zonde, hebben we nu een goed geweten en kunnen we zonder angst voor de troon van God staan.
4.
Tenslotte mogen we ook leven met Christus (vers 8). Wat een ontzagwekkende, heerlijke belofte! Wij delen nu al in zijn eeuwige opstandingsleven. Hij is eenmalig voor de zonde gestorven; Hij kan niet opnieuw sterven. Hij leeft eeuwig voor God en wij treden dat eeuwige leven binnen.