Contactlens Nieuws Nederland
|
|
Februari 2021
CNNederland maakt sinds 2007 maandelijks een onafhankelijke selectie van nieuwe, relevante publicaties uit de internationale literatuur op het gebied van contactlenzen. Klik hier voor een webversie van CNNederland
|
|
De term 'coming of age' wordt gebruikt om de overgangsfase van kind naar volwassenheid te beschrijven. Precies in die fase moet myopie management plaatsvinden en die periode is soms een lastige periode. Bijvoorbeeld qua leeftijd: in de vorige editie van CNNederland is hier al aan gerefereerd. Hoe eerder met behandeling wordt gestart, hoe beter. Aan de andere kant stelt het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap (NOG) in het recent opgesteld standpunt (12 februari 2020) dat aan de behandeling van myopie met orthokeratologie een inherent risico kleeft op complicaties, met name microbiële keratitis. Dit risico is weliswaar klein, maar de complicaties zijn dermate ernstig dat het NOG de behandeling met orthokeratologie in ieder geval afraadt bij kinderen onder de 12 jaar. Tevens stelt het NOG overigens dat de behandeling dient plaats te vinden bij een optometrist met kennis van zaken en moeten aslengte metingen worden gebruikt als basis van het meten van de progressie van myopie. Maar even terug naar die leeftijd. Vanaf 12 jaar... Iedereen die myopie management een beetje volgt, weet dat de bulk van de progressie plaatsvindt in de leeftijdsgroep van 8-12 jaar. Dus moet het management primair gericht zijn de relatief korte periode in die leeftijd van 8-12 jaar. Dit NOG advies voelt een beetje als het paard achter de wagen spannen als je het mij vraagt. Alles wijst erop dat áls je myopie management wil doen, dat de bulk in een vroeg stadium (niet na het 12e levensjaar) moet plaatsvinden.
|
|
Een studie van Wang et al. in JAMA Ophthalmology kijkt naar de mogelijke gevolgen van een lockdown op myopie-ontwikkeling. Ze vonden onder 123.535 schoolkinderen dat er een substantiële myope shift had plaatsgevonden (ongeveer −0.3D verschil) in 2020 vergeleken met voorgaande jaren (2015-2019). Maar dit was wel heel specifiek voor jongere kinderen in de leeftijd van 6 (−0.32 D), 7 (−0.28 D) en 8 (−0.29 D) jaar oud. Caroline Klaver, Jan Roelof Polling en Clair Enthoven laten in een commentaar op dat artikel hun gedachten gaan over waarom deze bevindingen zo specifiek voor de groep 6-, 7- en 8-jarigen is: oudere leeftijdsgroepen waren immers ook aangewezen op binnenblijven. Ten eerste speculeren ze dat we niet moeten uitsluiten dat oudere kinderen sowieso minder buitentijd doorbrengen (ook vóór de lockdown). Hun gedrag is daardoor misschien relatief minder veranderd dan bij jonge kinderen. Maar het andere arugment is zeker aannemelijk: jongere kinderen zijn veel gevoeliger voor myopie 'triggers'. Mede daarom de eerdere stelling: 'hoe eerder je begint met myopie management hoe beter'. Een dergelijk leeftijdseffect werd ook in de Sydney Adolescent Vascular and Eye Study gevonden: kinderen die myopie ontwikkelden deden gemiddeld 1.5 uur meer aan 'nabijwerk' dan kinderen zonder myopie. Maar dit was alléén signficant in de jongere leeftijdsgroep van de 6-jarigen - en niet in de groep van 12-jarigen. Als je ook kijkt naar de Erasmus axiale lengte groeikaarten (www.myopie.nl), dan zie je ook een veel steilere curve in de grafiek in de leeftijden 6-9 jaar. Dáár moet myopie management beginnen, in welke vorm dan ook, lijkt het.
|
|
Veiligheid van Daglenzen bij 8-12 jarigen
|
|
Onderzoekers aan de Waterloo University (CA) onderzochten de oculaire gezondheid van jonge kinderen gedurende een periode van zes jaar. De kinderen waren 8−12 jaar oud en hadden nooit lenzen gedragen. Willekeurig kreeg een groep daglenzen voor myopie management aangepast of gewone daglenzen. De lenzen waren identiek qua materiaal en geometrie. De lenzen werden minimaal 10 uur per dag en 6 dagen per week gedragen. De gemiddelde leeftijd was 10 jaar en de kinderen hadden een gemiddelde cycloplegische refractie van -2.11D. Van de 144 lensdragers stopten er drie lensdragers tijdens de studie: één vanwege cornea-infiltraten, één vanwege diabetes en eenderde vanwege uveïtis (niet-contactlens gerelateerd). De meest voorkomende spleetlampbevinding was limbale, bulbaire of tarsale roodheid, maar 99% van alle spleetlampbevindingen was graad 1 of minder. De totale incidentie corneale infiltraten was 0.61%. Na zes jaar lensdragen was de oculaire gezondheid hetzelfde als voorafgaand aan lenzendragen. Concluderend stellen de onderzoekers dat er gedurende zes jaar geen serieuze contactlensgerelateerde complicaties optraden en spleetlamp-onderzoek vertoonde geen veranderingen. De resultaten suggereren dat kinderen in deze leeftijdsgroep veilig daglenzen kunnen dragen, met een minimale impact op de fysiologie van het oog.
|
|
Maandag 15 maart 2021 organiseert de OVN weer een online congres (voor iedereen toegankelijk). Naast een 'talkshow' waarin myopie management (en leeftijd) aan bod zal komen, is er een speciale myopie-sessie geheel van Nederlandse bodem met Clair Enthoven, Karin Teuben, Daisy Laan en Emily Tan. Tevens zal oogarts en vitreoretinaal chirurg van het Radboudumc Nijmegen in een andere sessie het hebben over "Hoe zat het ook alweer met lichtflitsen?". En: "Kunnen glasvochttroebelingen zonder lichtflitsen geen kwaad?". Geen keuzestress, want deelnemers kunnen alle lezingen ook later nog terugkijken. Let op: vroegboekkorting voor inschrijving is van toepassing t/m 7 maart 2021.
|
|
In de laatste CNN live hebben we het uitgebreid gehad over de zin (en de onzin) van het aanpassen van zachte lenzen. Conclusie van de uitstekende discussie was min of meer: er zijn een aantal voorwaarden waaraan je vooraf wilt voldoen, voor een optimale lenspassing. Zoals de refractie een goed uitgangspunt is voor de uiteindelijke sterkte van de lens (en lenskeuze: denk aan torisch), zo is het uitgaan van een normale oogvorm en daarbij behorende normale lenzen qua pasvorm (zie artikel in Eyeline 1/2021: "the Soft Lens Dilemma") ook een goed uitgangspunt voor de uiteindelijke passing. Maar dan ben je er nog niet: er zijn nog zoveel andere factoren zoals materiaal, oppervlaktekwaliteit en bijvoorbeeld ook lensrand ontwerp, en meer. Op het komende OVN 2021 congres zullen al deze items aan de orde komen, met naast Eef van der Worp, Lyndon Jones en James Wolffsohn als sprekers in een drop-out-sessie: "dropping the dropout rate". Wat verder volgde uit de genoemde discussie in CNN live was de vraag: wat verstaan we eigenlijk onder een goede lenspassing? En kunnen we dit met de huidige middelen eigenlijk wel goed interpreteren? Als koren op de molen is er net een nieuw artikel van Alexandra Jandl et al. gepubliceerd - dat kijkt naar lenspassing en de invloed op het oculaire weefsel met Optical Coherence Tomography (OCT). Klik link voor een preview.
|
|
Pacific University Sag Charts
|
|
We weten met de huidige nieuwe technologie steeds meer over de vorm van het oculaire oppervlak, inclusief limbus en anteriore sclera. Relatief weinig weten we van de totale vorm (sagittahoogten) van zachte lenzen (de CL-SAG). In dit onderzoek wordt de CL-SAG van 44 lenzen geanalyseerd, en in grafieken uitgedrukt. Zie hieronder de link naar het gepubliceerde onderzoek. Zie verder de Pacific University website: hier worden de resultaten ook getoond, en deze zullen regelmatig geupdate worden in de toekomst en de website zal ook aangevuld worden met nieuwe lenzen.
|
|
Lenspassing vs Conjunctivale Afdruk
|
|
In de serie 'op de micron nauwkeurig': hoe zit het met de invloed van de lenspassing (met 0.4mm vlakkere en/of diepere basiscurve radii, of BC) op het oculaire oppervlak? Deze studie vond een behoorlijke conjunctivale afdruk van de zachte lenzen, maar de onderzoekers concluderen dat dit deels te verklaren is door optische artefacten van de OCT. Ook na correctie daarvoor echter waren er nog interessante verschillen te zien: de lenzen met een diepere BC lieten een 11.5 micron afdruk zien op de conjuntiva, terwijl dit statitisch signifant minder was bij een 'optimale' BC (6.5 micron) en bij een vlakke BC (4 micron). Wat interessant was, was dat dit niet gerelateerd was aan conjunctivale staining: noch de lenspassing noch de conjunctivale afdruk was gecorreleerd daarmee. Wat verder opvalt is dat de lenscentratie wel beïnvloed werd door de lenspassing (meer decentratie bij de vlakkere BC, geen verschil tussen optimale en diepe passing), maar vooral dat de lensbeweging ogenschijnlijk hetzelfde was ongeacht de BC. Wat hierbij moet worden aangetekend is dat zowel centratie als beweging subjectief werd beoordeeld met een graderingsschaal. Dit zet zowel vraagtekens bij het subjectief beoordelen, als (potentieel) het effect van lensparameters op de lenspassing.
|
|
Clinical Contact Lens Management Guide
|
|
De 'Clinical Contact Lens Management Guide' van CORE is een online mini-handboek voor contactlensmanagement. De belangrijkste problemen worden in kaart gebracht en praktische oplossingen aangedragen. We lichten er steeds een item uit in deze nieuwsbrief.
|
|
Contact Lens Peripheral Ulcer (CLPU)
|
|
SUBJECTIEF
- Gevoel van 'vuiltje in oog'
- Milde roodheid/fotofobie
- Symptomen minder na uithalen lens
OBJECTIEF
- Rond infiltraat richting cornea periferie
- Infiltraat heeft duidelijk gemarkeerde randen en is 0.2 tot 1.0mm groot
- Corneale staining over het infiltraat komt voor in vroege stadia
- Laat meestal een klein litteken na op de cornea (dat geledelijk afneemt)
ASSESSMENT
- Non-infectieuze reactie op exotoninen van gram-positieve bacteriën
- Vaker bij EW
- Sluit MK uit
PLAN
- Stop het lensdragen
- Als MK nog niet is uitgesloten, behandel als een MK
- Indien CLPU is vastgesteld, controle binnen 24 uur
- Herhaling is waarschijnlijk, switch van EW naar DW
- Overweeg daglenzen, en ooglidhygiëne
|
|
CNN live - Contactlensdragen bij Kinderen
|
|
Woensdagavond 24 februari om 19.30u organiseert Johnson & Johnson een CNN live event rond het thema 'kinderen en contactlenzen'. Een discussie die nog steeds leeft, is degene op welke leeftijd je mag beginnen met contactlenzen dragen. Waar ligt de grens? Helemaal nu myopie management een steeds belangrijker onderdeel wordt van ons vakgebied. Voortbordurend kan je ook bediscussiëren wie de verantwoordelijkheid mag dragen voor het aanmeten van contactlenzen op jonge leeftijd. Mag iedereen dat doen? Of moeten we dit overlaten aan optometristen of oogartsen? Zijn er fysiologische en/of juridische afwegingen te maken? CNN-live wordt gepresenteerd door een vast panel bestaande uit Greg Dingeldein, Marco van Beusekom en Eef van der Worp. Schrijf u hier direct in!
|
|
Copyright © 2020. All Rights Reserved.
This newsletter is kindly supported by:
|
|
|
|
|
|
|
|